Maak meteen een afspraak! Bel: 085 - 020 10 10

Meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd? Dan in vaste dienst

Meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd? Dan in vaste dienst

Een vrouw gaat drie opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan. Een vierde overeenkomst krijgt ze niet. Maar dat is in strijd met de ketenregeling.

Een vrouw treedt in dienst bij een bedrijf op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze arbeidsovereenkomst eindigt na ruim drie maanden van rechtswege. Daags erna sluit zij opnieuw een arbeidsovereenkomst met deze werkgever, voor twaalf maanden. En daags na het aflopen daarvan komt er weer een arbeidsovereenkomst, ook voor twaalf maanden. Na enkele maanden meldt zij zich ziek en vertrekt ze naar het buitenland. Dan laat de werkgever weten dat de laatste arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd.

Onbepaalde tijd

Daar is de vrouw het niet mee eens. Zij vordert betaling van achterstallig salaris. Zij stelt dat haar bestaande arbeidsovereenkomst (de laatste die is aangegaan) is omgezet naar een contract voor onbepaalde tijd. De opzegging door haar werkgever is daarom onrechtmatig, en zij verzoekt de rechtbank Zeeland-West-Brabant om de opzegging te vernietigen.

Vier opvolgende arbeidsovereenkomsten

De vrouw beweert dat zij in de periode voorafgaand aan de eerste arbeidsovereenkomst al werkzaamheden verrichtte voor deze werkgever. Dat blijkt uit twee eerdere jaaropgaven: zij had daar in totaal € 12.982 bruto verdiend. Uit een verzekeringsbericht van het UWV blijkt dat zij dat jaar 900 uren voor deze werkgever heeft gewerkt. De werkgever kan niet aantonen dat deze 900 uren zijn gewerkt ten tijde van de arbeidsovereenkomst van ruim drie maanden of tijdens de latere twee arbeidsovereenkomsten. De kantonrechter concludeert dat de vrouw al vóór de arbeidsovereenkomst van drie maanden werkzaamheden heeft verricht. Het gaat dus niet om drie, maar om vier opvolgende arbeidsovereenkomsten.

Ketenregeling

Het gaat in deze zaak om de ketenregeling van artikel 7:668a lid 1 sub b BW, een regeling over het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd dat een werkgever met een werknemer mag aangaan voordat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Als er meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar opvolgen met tussenpozen van maximaal zes maanden, dan wordt de laatste overeenkomst als een overeenkomst voor onbepaalde tijd beschouwd. Zo ook in deze zaak. Dit leidt ertoe dat de opzegging door de werkgever in strijd is met de wet. De kantonrechter vernietigt deze opzegging dan ook.

Geen achterstallig salaris

Krijgt de vrouw dan het achterstallige salaris betaald? Dat niet. De kantonrechter wijst de doorbetaling van het loon af, omdat de vrouw zich enkele maanden niet beschikbaar heeft gehouden voor werk. De proceskosten (€ 1.039) komen voor rekening van de werkgever, omdat die overwegend ongelijk krijgt.

ECLI:NL:RBZWB:2025:5011

Bron
Datum
Categorie

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Arbeidsrecht en sociale zekerheid

Ben je op zoek naar ondersteuning in arbeidsrecht, ontslagrecht, contractenrecht of aansprakelijkheidsrecht?

Wees smart, kies voor Swart! Vul vrijblijvend ons digitale contactformulier in. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met je op. Of bel 085 - 020 10 10 en vraag naar advocaat mr. Marco Swart.

membership-order-of-advocates
membership-vaan
membership-association-process-advocates
membership-disputes-advocacy