De gepensioneerde bankdirecteur
Mijn cliënt is directeur van een lokale bank in de omgeving van Eindhoven. Na 35 jaren trouwe dienst vraagt zijn werkgever hem ontslag te nemen wegens reorganisatie (samenvoeging van banken). Hij maakt gebruik van een speciale regeling van vroegpensioen. In de beëindigingsovereenkomst had hij bedongen dat hij qua salarisontwikkeling op dezelfde wijze zal worden behandeld als ware hij als directeur actief gebleven.
Twee jaren na zijn ontslagname gaat zijn voormalige werkgever over tot een forse systematische en structurele salarisaanpassing van de actieve directeuren. Zijn werkgever weigert echter om ook aan mijn cliënt dezelfde aanpassing te geven. De werkgever is van mening dat partijen slechts zouden hebben beoogd dat het vroegpensioen van mijn cliënt gelijke tred zou houden met de loonontwikkeling.
Mijn cliënt voelt zich genoodzaakt de lokale bank als zijn voormalige werkgever te dagvaarden. Nadat hij mij heeft ingeschakeld, doe ik tegenover zijn voormalige werkgever uitvoerig uit de doeken welke bedoeling partijen destijds voor ogen stond bij het aangaan van de beëindigingsregeling en tegen welke achtergrond die beëindiging plaatsvond. De Kantonrechter zet alle feiten en juridische aspecten systematisch op een rij en komt met ons tot de conclusie dat mijn cliënt op dezelfde structurele systematische salarisverhoging aanspraak heeft als de directeuren die nog wel in vaste dienst zijn. Hij wijst de salarisvorderingen van mijn cliënt toe, evenals de gevorderde wettelijke verhoging, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.