Zwakbegaafde beschuldigingen
Tot mij wend zich een man die sinds 1974 werkzaam is als groepsleider in een instelling voor zwakbegaafde mensen. De aanleiding zijn beschuldigingen van zijn werkgever dat hij 25 jaar eerder een zwakbegaafde bewoonster zou hebben verkracht en misbruikt. Deze zwakbegaafde bewoonster zou dit onlangs hebben geopenbaard. Mijn cliënt ontkent de beschuldigingen in alle toonaarden.
Zijn werkgever, met name een leidinggevende die persoonlijke rancunes koestert, gelooft echter de zwakbegaafde bewoonster in plaats van een van haar meest trouwe medewerkers die op het punt staat met vroegpensioen te gaan. Zij durft hem echter niet op staande voet te ontslaan, maar vraagt eerst aan CWI om toestemming voor ontslag. CWI weigert die toestemming wegens onvoldoende bewijs. Vervolgens probeert de werkgever de Kantonrechter te verleiden tot het ontbinden van de arbeidsovereenkomst.
In overleg met cliënt schakel ik de bekende rechtspsycholoog professor Wagenaar in. Deze hoogleraar oordeelt vernietigend over het door de werkgever uitgevoerde 'onderzoek'. Het onderzoeksrapport was namelijk alleen voor hulpverleningsdoeleinden opgesteld en mocht blijkens uitdrukkelijke vermelding niet als waarheidsvinding worden opgevat. De onderzoekster had aan de bewoonster vooral veel suggestieve vragen gesteld. Hier kwam bij dat het heel goed mogelijk was dat de zwakbegaafde bewoonster mijn cliënt had verward met een mannelijke, seksueel gestoorde bewoner die destijds ook in het opvanghuis verbleef en uiterlijk veel op mijn cliënt leek.
Tijdens de zitting naar aanleiding van het ontbindingsverzoek laat de Kantonrechter merken veel twijfels te hebben over de in opdracht van de werkgever gehanteerde onderzoeksmethode. Hij acht de kans reëel dat de beschuldigingen onterecht zijn. Op basis van die uitlatingen treden we in moeizame onderhandeling met de werkgever. De werkgever erkent eindelijk de twijfels over de betrokkenheid van mijn cliënt. Na volhardend aandringen onzerzijds blijkt de werkgever uiteindelijk bereid te zijn tot betaling aan mijn cliënt van een forse ontslagvergoeding.